Heeft een bank ook zorgplicht tegenover derden?
Naast de zorgplicht van banken tegenover cliënten bestaat er ook een zorgplicht tegenover derden (niet-cliënten). Recent kwam Binckbank (een online beleggingsplatform) naar buiten met het persbericht dat zij een tweetal schadeclaims heeft ontvangen voor in totaal € 9 miljoen. De grondslag van deze claims zou liggen in het feit dat de gedupeerde beleggers benadeeld zijn door een beleggingsadviseur, die zonder wettelijk vereiste vergunning transacties verrichtte via Binckbank. Het gaat hier om beleggers die zelf géén cliënt zijn bij Binckbank, de zogenoemde derden. Volgens deze gedupeerde beleggers is Binckbank wel aansprakelijk voor de schade omdat zij haar zorgplicht voor hen zou hebben geschonden.
Zorgplicht voor derden
Uit jurisprudentie volgt dat banken naast een zorgplicht tegenover hun cliënten ook een zorgplicht tegenover derden hebben. Als deze zorgplicht geschonden wordt, is er sprake van een onrechtmatige daad, die kan leiden tot een schadevergoeding. Uit verdere jurisprudentie (zie ook ons eerdere artikel) volgt dat afhankelijk van de omstandigheden van het geval een bank door deze zorgplicht tegenover derden verplicht kan zijn om actie te ondernemen. Doet zij dit niet, dan kan zij aansprakelijk worden gehouden voor eventuele schade. Zo kan bijvoorbeeld het handelen van een bank als onrechtmatig worden beschouwd als zij geen onderzoek doet, nadat ze zich heeft gerealiseerd dat bepaalde activiteiten in strijd zijn met wetgeving op het gebied van financieel toezicht.
Zorgplicht en Binckbank
Hoe zit het nou met de zorgplicht van de Binckbank tegenover deze gedupeerde beleggers? Een algemeen antwoord op deze vraag is moeilijk te geven en zal grotendeels afhankelijk zijn van de omstandigheden van het geval. En die omstandigheden zijn nog niet bekend, dus is het lastig een oordeel te vormen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de aansprakelijkheid van de bank tegenover derden zeker niet uitgesloten is. Voor een succesvol beroep op schending van de zorgplicht moeten de gedupeerde beleggers echter wel hard maken dat Binckbank concrete aanwijzingen had dat de activiteiten van de beleggingsadviseur in strijd waren met de wetgeving op het gebied van financieel toezicht. Het is niet voldoende om te stellen dat de beleggingsadviseur optrad zonder vergunning, ze moeten ook bewijzen dat Binckbank dat wist.