WHOA schuldeiser heeft maar één kans
Eerder schreven mijn collega’s Koen Wanders en Floris Krijt al artikelen over de Wet Homologatie van een Onderhands Akkoord (hierna“WHOA”). De WHOA is een procedure waarmee noodlijdende bedrijven een faillissement kunnen afwenden. In de WHOA procedure is het mogelijk om met hulp van de rechter een schuldeisersakkoord af te dwingen. Dit kan resulteren in het voortzetten van de onderneming, maar ook in liquidatie en uitdeling. Van de mogelijkheid wordt steeds vaker gebruik gemaakt, ook door het MKB.
De WHOA is een relatief onbekende regeling. De WHOA is pas per 1 januari 2021 van kracht geworden. Wat veel mensen niet weten is dat tegen de uitspraak van de rechtbank in een WHOA zaak in beginsel geen hoger beroep open staat. Op 13 februari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam arrest ECLI:NL:GHAMS:2024:346 gewezen over dit onderwerp. In dit artikel zal ik kort de uitspraak toelichten voornamelijk bezien vanuit het perspectief van de schuldeiser.
Geen rechtsmiddel, niet ontvankelijk
De artikelen 369 en verder van de Faillissementswet regelen de WHOA-procedure. Het tiende lid van artikel 369 van de Fw luidt: “Tegen de beslissingen van de rechtbank in het kader van deze afdeling [de WHOA] staat geen rechtsmiddel open, tenzij anders is bepaald.”
Wanneer een hoger beroep toch wordt ingediend tegen een beslissing van de rechtbank in het kader van een WHOA-procedure, dan is dat beroep in principe niet-ontvankelijk. Het beroep wordt dan helemaal niet inhoudelijk behandeld.
Het argument van de appellant schuldeiser
In het arrest van 13 februari poogde één van de schuldeisers een beroep te doen op de clausule van artikel 369, lid 10 Fw. Als een bedrijf in meerdere landen actief is dienen faillissementen en insolventieprocedures zoals de WHOA volgens de EU Insolventieverordening in principe door de rechter te worden behandeld waar het bedrijf voornamelijk actief is. Dit land wordt het ‘centre of main interests’ genoemd.
Een Spaanse schuldeiser betoogde dat de insolvente firma McDermott International Holdings B.V. zijn ‘centre of main interest’ niet had in Nederland. De locatie zou namelijk in de VS zijn. Daarom kwam hij tegen de beslissing van de rechtbank over rechtsmacht in hoger beroep. Dit op basis van artikel 5 van de Insolventieverordening. Hierin wordt bepaald dat (ook) de schuldeiser de beslissing tot opening van een hoofdinsolventieprocedure voor de rechter kan aanvechten. DIt is op grond van internationale bevoegdheid. De schuldeiser betoogde dat dit artikel een zelfstandig recht gaf tot het instellen van hoger beroep.
Geen toepassing ‘tenzij’ clausule
Helaas voor de schuldeiser ging het Gerechtshof Amsterdam niet mee in die redenering. Dit omdat de WHOA aan schuldeisers in de procedure bij de rechtbank al de kans wordt geboden om hun zienswijzen te presenteren. Dit gold ook voor argumenten over de rechtsmacht. Met andere woorden, aan artikel 5 van de Insolventieverordening was al voldaan.
Dat het beroep werd gepasseerd en dat het in principe niet mogelijk is om te appelleren, komt de effectiviteit van de procedure ten goede. Hoe sneller en definitiever de herstructurering via de rechter onomkeerbaar is, des te sneller is het voor de vennootschap en de schuldeisers mogelijk om verder te gaan met ondernemen.
Aan de andere kant is het om deze reden belangrijk om bij WHOA-procedures als schuldeiser niet stil te zitten. Als schuldeiser moet bij de rechtbank al naar voren brengen wat u naar voren wenst te brengen. Een herkansing krijgt u vrijwel zeker niet.
Uw schuldenaar in een WHOA-traject? Neem contact op
De uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam maakt duidelijk dat het beroepsverbod in WHOA-procedures niet eenvoudig kan worden gepasseerd. Daarom is het, als u een vordering heeft op een vennootschap die gebruik wenst te maken van de WHOA, van zeer groot belang dat u vanaf het begin scherp bent. Is dat voor u het geval? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten. U kunt ons bereiken via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.