Welke voorzieningen kan de Ondernemingskamer treffen
Slepende ruzies tussen aandeelhouders, bestuurders en/of commissarissen kunnen de besluitvorming binnen een bedrijf lam leggen. Dit kan er zelfs toe leiden dat de continuïteit van een bedrijf in gevaar komt. Om dit soort situaties het hoofd te bieden, is in Nederland de Ondernemingskamer in het leven geroepen. Deze kamer heeft verstrekkende bevoegdheden en kan ingrijpen op dergelijke situaties, die soms veel weg hebben van een vechtscheiding. In dit artikel ga ik in op welke voorzieningen getroffen kunnen worden.
Procedure bij de Ondernemingskamer in het kort
Op het moment dat zich conflictsituaties voordoen is het mogelijk de Ondernemingskamer (“OK”) van het Gerechtshof Amsterdam te verzoeken om een enquêteprocedure te starten. Deze mogelijkheid is uniek. Nederland is namelijk één van de weinige landen die een dergelijke procedure kent en draagt bij aan het Nederlandse vestigingsklimaat. De OK is een gespecialiseerde kamer van het Gerechtshof Amsterdam. Dergelijke zaken worden behandeld door drie raadsheren (rechters) en een tweetal raden (praktijkdeskundigen die geen rechter zijn, bijvoorbeeld een accountant).
Niet iedereen kan bij de OK een verzoek indienen. Wie dat wel kunnen zijn onder andere aandeelhouders met minimaal 10 procent van de aandelen. Daarnaast kunnen ook de vennootschap zelf en het bestuur een enquêteverzoek doen. Naar aanleiding van de enquête zal de OK zich uitlaten. De OK zal beoordelen of er binnen de onderneming sprake is van gegronde redenen om aan een juist beleid of juiste gang van zaken te twijfelen.
Als zich bijvoorbeeld een impasse voordoet in het bestuur of de algemene vergadering, is er sprake van gegronde redenen om aan een juist beleid te twijfelen. Bij ruzie tussen bestuurders en aandeelhouders is dit ook het geval. Een recent voorbeeld van veel media-aandacht: het ingrijpen van de OK met betrekking tot Gerard Sanderink en zijn ondernemingen Strukton, Oranjewoud en Centric.
Indien de OK gegronde redenen voor twijfel aan juist beleid vaststelt, stelt zij een of meerdere onderzoekers aan. Deze onderzoekers zullen dan een verslag opstellen. Dit verslag vormt de basis voor het oordeel van de OK over mogelijk wanbeleid binnen de onderneming. In andere woorden, had de vennootschap of het vennootschapsorgaan wel zo mogen handelen?
Op basis van die conclusie kan de OK maatregelen treffen: voorzieningen. Maar, als de situatie erom vraagt, kan de OK ook al eerder tot actie overgaan en ‘onmiddellijke voorzieningen’ treffen. Maar wat houden deze voorzieningen in?
Mogelijke voorzieningen
‘Reguliere’ voorzieningen
Allereerst bepaalt de wet[1] dat de OK op verzoek de volgende tijdelijke voorzieningen kan treffen:
- schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders, van commissarissen, van de algemene vergadering of van enig ander orgaan van de rechtspersoon;
- schorsing of ontslag van een of meer bestuurders of commissarissen;
- tijdelijke aanstelling van een of meer bestuurders of commissarissen;
- tijdelijke afwijking van de door de ondernemingskamer aangegeven bepalingen van de statuten;
- tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer;
- ontbinding van de rechtspersoon.
Het gaat hier om maatregelen met een ingrijpend karakter voor de betrokken vennootschap. De OK neemt beslissingen of stelt personen aan waar dat normaal gesproken alleen kan worden gedaan door de aangewezen personen c.q. organen binnen die vennootschap.
Bovengenoemde voorzieningen zijn voorzieningen die de OK kan treffen nadat zij tot de conclusie is gekomen dat sprake is van wanbeleid. Het gaat hier om tijdelijke maatregelen die het gerezen conflict moeten oplossen.
Onmiddellijke voorzieningen
Ook heeft de OK de mogelijkheid om zogenoemde onmiddellijke voorzieningen te treffen. Deze voorzieningen kan de OK in elke stand van de procedure op verzoek daartoe treffen, gelet op het belang van de rechtspersoon en degenen die (op basis van de statuten en wet) bij zijn organisatie zijn betrokken, indien dit vereist is in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek[2]. Als de OK bijvoorbeeld nog niet heeft besloten dat het enquêteonderzoek moet worden uitgevoerd, maar de situatie binnen de rechtspersoon daar zoals hiervoor beschreven wel om vraagt, kan de OK een onmiddellijke voorziening (alleen) treffen indien er naar haar voorlopig oordeel gegronde redenen zijn om aan een juist beleid of juiste gang van zaken te twijfelen. De onmiddellijke voorziening is een ordemaatregel, te vergelijken met een voorziening in een kort geding-procedure bij de rechtbank.
Bij ‘reguliere voorzieningen’ is de OK gebonden aan de bovengenoemde wettelijke opsomming. Bij het treffen van onmiddellijke voorzieningen mag zij echter ook andere voorzieningen treffen. De Hoge Raad heeft namelijk bepaald dat de OK de vrijheid heeft om ‘(..) zodanige onmiddellijke voorzieningen te treffen als zij in verband met de toestand van de rechtspersoon of in het belang van het onderzoek noodzakelijk acht[3].’ Verder heeft de Hoge Raad aangegeven dat de OK `iedere voorziening van voorlopige aard mag treffen mits met het oog op de gevolgen ervan een billijke afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden en de noodzaak van deze voorziening voldoende is gebleken.’
Daarbij komt dat een onmiddellijke voorziening in uitzonderlijke gevallen zelfs mag afwijken van dwingendrechtelijke bepalingen[4]. De Ondernemingskamer kan dus maatregelen treffen die tegen de wet ingaan.
Conclusie
Een enquêteprocedure en (onmiddellijke) voorzieningen bieden de OK de mogelijkheid om op verzoek van daartoe bevoegde entiteiten in te grijpen in geval van conflictsituaties met als doel continuïteit van de onderneming te waarborgen. Wenst u een enquêteprocedure in te stellen of ziet u zich als belanghebbende geconfronteerd met een dergelijke procedure? Neem dan contact op met een van onze advocaten.
[1] Art. 2:356 BW.
[2] Art. 2:349a BW.
[3] HR 19 oktober 2001, JOR 2002, 5 m.nt. Geerts (Sky Gate).
[4] HR 14 september 2007, NJ 2007 (Versatel).