flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 11 november 2024

Wederom revolutie in voetbalwereld na recente uitspraak Hof van Justitie?

Begin oktober deed het Europese Hof van Justitie (“HvJ”) een uitspraak  die veel aandacht trok. Het Hof oordeelde dat bepaalde regels van wereldvoetbalbond FIFA in strijd zijn met Europese wetgeving. Deze kwestie beslaat meerdere rechtsgebieden: zowel het contractenrecht, het arbeidsrecht als  het EU-recht. Na het lezen van dit artikel bent u bijgepraat over het verloop en de gevolgen van deze zaak.

Wat speelt er?

Volgens het HvJ beperken bepaalde FIFA-regels de vrijheid van voetballers om zonder belemmeringen van voetbalclub te wisselen. Zij worden daarmee beperkt in hun recht om van werkgever veranderen. Ook oordeelde het HvJ dat deze regels de concurrentiepositie van profclubs raakt. De uitspraak is gedaan naar aanleiding van een rechtszaak die voetballer Lassana Diarra in België tegen de FIFA aanspande. Het onderliggende conflict stamt al uit 2014.

Waar gaat deze zaak over?

 Laten we teruggaan naar 2014. In dat jaar wordt het meerjarige contract van Diarra beëindigd door zijn voetbalclub Lokomotiv Moskou. De reden? Diarra kwam bij een aantal trainingen niet opdagen na een conflict over salaris en een ruzie met zijn trainer. Voor de Russische voetbalclub genoeg reden om zijn contract te beëindigen en Diarra aan te spreken wegens contractbreuk. Al eerder schreven wij een algemeen artikel over het contractenrecht.

Binnen de voetbalwereld hebben voetbalclubs veel macht ten opzichte van (prof)spelers. Contracten zijn niet zonder een substantiële schadeclaim eenzijdig vanuit de speler te beëindigen. Bovendien kan de FIFA de speler een schorsing opleggen.

De grondslag hiervoor is gelegen in regels van de FIFA. Meer specifiek in artikel 17 van de “Regulations on the Status and Transfer of Players”.

Aansprakelijkheid nieuwe club

Daarbij komt dat de nieuwe voetbalclub van de voetballer ook aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade. In de Diarra-zaak vormt dit het voornaamste twistpunt. De vergoeding die Diarra uiteindelijk aan Lokomotiv Moskou moest betalen bedroeg 10,5 miljoen euro. Daarnaast werd hij vijftien maanden geschorst. Toen Diarra in Royal Charleroi Sporting Club (“Sporting Charleroi”) een geïnteresseerde werkgever vond, werd al snel duidelijk dat de club risico liep op te moeten draaien voor de miljoenenvergoeding waartoe Diarra was veroordeeld. Ook zou Sporting Charleroi te maken krijgen met transfersancties. Door dit alles zag de club uiteindelijk af van de transfer. Diarra bleef achter zonder werkgever en met een enorme schuld.

Daarop besloot Diarra naar de Belgische rechtbank te stappen. Hij stelde dat de vergoeding die hij (en anders zijn nieuwe club) op grond van de FIFA-regels aan Lokomotiv Moskou moest betalen, niet door de beugel kan. Zijn stelling is dat de regels van de FIFA in strijd zijn met het Europese mededingingsrecht en het recht van vrij verkeer van werknemers. Het belemmerde hem in onredelijke mate om bij een andere voetbalclub aan de slag te gaan. Gezien het Europeesrechtelijk karakter van de zaak besloot de Belgische rechtbank om het HvJ vragen te stellen over deze kwestie. Het HvJ heeft met de beantwoording van die vragen laten weten hoe het tegen de zaak aankijkt.

HvJ: FIFA-regels belemmeren vrij verkeer van profvoetballers en beperken clubconcurrentie

Het HvJ gaat mee in de argumentatie van Diarra. Het Hof oordeelt dat de regels te ver gaan[1]. Kortgezegd zijn de schadeclaims, schorsingen en aansprakelijkheid van nieuwe voetbalclubs te veel gericht op het afschrikken van voetballers en voetbalclubs. Ze kunnen leiden tot aanzienlijke financiële en sportieve schade voor de voetballers en gaan verder dan noodzakelijk om de stabiliteit in het voetbal te waarborgen.

Met de regels beperkt de FIFA volgens het Hof de vrijheid van voetballers om hun contract eenzijdig op te zeggen en hun carrière te vervolgen bij een nieuwe club. Bovendien wordt de aansprakelijkheid van de nieuwe club gezien als (te) concurrentiebeperkend. Deze mede-aansprakelijkheid beperkt, zo oordeelt het Hof, een cruciaal aspect van de voetbalcompetitie. Namelijk de mogelijkheid om als club te concurreren door nieuwe voetballers aan te trekken.

Desondanks verdedigt het HvJ enkele fundamentele principes van het bestaande transfersysteem. In sommige gevallen mogen deze FIFA-regels wel worden toegepast. Zo oordeelt het Hof dat beperkingen in de vrijheid van profvoetballers gerechtvaardigd kunnen zijn als ze het publieke belang dienen, namelijk het garanderen van competities met stabiele selecties.

Vergelijking met het Bosman-arrest

Nog voordat het Hof van Justitie uitspraak deed in de Diarra-zaak, werd al de vergelijking gemaakt met het historische Bosman-arrest van bijna 30 jaar geleden. Daar ging het om een transfersom van omgerekend 375.000 euro terwijl het contract van voetballer Bosman bij voetbalclub RC Luik al was verlopen.

Het HvJ oordeelde toen al dat voetbalclubs geen transfersom mogen vragen voor voetballers wiens contract is verlopen.

Gevolgen Nederlandse profclubs

Of de Diarra-zaak in de praktijk net zulke verstrekkende gevolgen zal hebben als destijds naar aanleiding van het Bosman-arrest, zal de tijd moeten uitwijzen. De uitspraak versterkt in ieder geval de positie van de voetbalprof. Terwijl voetballers in het verleden nauwelijks hun contract tussentijds beëindigde, zal dit in de toekomst wellicht vaker gebeuren omdat beëindiging op basis van de Diarra-uitspraak mogelijk wordt zonder dat de speler en een nieuwe club te maken krijgen met dergelijke claims en schorsingen. Voor Nederlandse profclubs heeft dit mogelijk ook grote gevolgen. Transfersommen vormen namelijk een belangrijk onderdeel van hun bedrijfsmodel. Dat model kan onder druk komen te staan als de transfersommen dalen vanwege het afgenomen claim- en schorsingsrisico dat nieuwe spelers met zich meebrengen.

Bovendien dwingt deze uitspraak de FIFA haar regels voor contracten en transfers in Europa te herzien. Verder is de internationale vakbond voor profvoetballers voornemens een massaclaim tegen de FIFA in te dienen voor de schade die voetballers hebben geleden door de omstreden FIFA regels.

De Diarra-uitspraak geeft een duidelijk signaal af: ook het machtige FIFA heeft zich te houden aan EU-regelgeving. Dit kan voetballers, voetbalclubs en andere betrokken partijen stimuleren om hun stem te laten horen en mogelijk zorgen voor een verschuiving in de huidige machtsverhoudingen.

Vragen

In deze zaak spelen meerdere rechtsgebieden een rol.  Zoals het contractenrecht, Arbeidsrecht en EU-recht. Zij zijn natuurlijk niet beperkt tot de voetbalwereld.

Heeft u vragen of een geschil over contracten of een arbeidskwestie? Of heeft u andere vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem contact op met een van onze advocaten via de mailtelefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.

[1] Case C-650/22 (Lassana Diarra and FIFPRO v. FIFA and URBSFA).

 

Artikelen door Floris Krijt

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.