flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 3 september 2024

Voorlopig getuigenverhoor: hoe het in uw voordeel werkt

Stel u voor: u bent ondernemer en staat op het punt een rechtszaak aan te spannen tegen een voormalige zakenpartner wegens contractbreuk. Een belangrijke getuige, die nauw betrokken was bij de onderhandelingen, overweegt echter om binnenkort het bedrijf te verlaten en in een andere sector te gaan werken. Als deze getuige later niet meer bereid of beschikbaar is om te getuigen, kan dit uw zaak aanzienlijk bemoeilijken. In zo’n situatie biedt een voorlopig getuigenverhoor een noodzakelijke oplossing. Het stelt u in staat om cruciale getuigenverklaringen vast te leggen voordat ze mogelijk verloren gaan. Ook kan er na een voorlopig getuigenverhoor een betere inschatting worden gemaakt van de haalbaarheid van een procedure. Daarmee is dit een efficiënte manier om meer informatie te vergaren. In dit artikel zal ik verder ingaan op de mogelijkheden en vereisten van een voorlopig getuigenverhoor.

Redenen voor voorlopig getuigenverhoor

Het voorlopig getuigenverhoor is terug te vinden in artikel 186 en verder van het Wetboek van Rechtsvordering. Hierin is vastgelegd dat een belanghebbende kan verzoeken tot een voorlopig getuigenverhoor om zo bewijs van getuigen te verkrijgen.

Waarom zou je een voorlopig getuigenverhoor afnemen en niet gewoon een procedure starten? Een voorlopig getuigenverhoor helpt de verzoeker om meer duidelijkheid te krijgen over bepaalde feiten voordat een rechtszaak begint. Dit helpt om de kans op succes in de zaak beter in te schatten en om vast te stellen tegen wie de procedure moet worden gericht. Het kan namelijk zijn dat uit een voorlopig getuigenverhoor volgt dat een andere partij beter en gemakkelijker aansprakelijk kan worden gesteld. Daarnaast kan het worden gebruikt om te voorkomen dat belangrijk bewijs verloren gaat, vooral in complexe en langlopende zaken. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat getuigen vanwege ziekten niet lang meer in staat zullen zijn om bewijs te leveren.

Vereisten en afwijzingsgronden voorlopig getuigenverhoor

Om een voorlopig getuigenverhoor af te nemen, zal er een verzoek moeten worden gedaan aan de rechter die vermoedelijk bevoegd zal zijn van de zaak als deze ‘bodemprocedure’ zou worden gestart. Daarbij moet in het verzoekschrift het volgende worden vermeld:
(a)              De aard en het beloop van de vordering;
(b)              De feiten of rechten die men wil bewijzen;
(c)              De namen en woonplaatsen van de personen die men als getuigen wil doen horen; en
(d)              De naam en woonplaats van de wederpartij of redenen waarom de wederpartij onbekend is.

Het voorlopig getuigenverhoor is in het algemeen te zien als een vrij laagdrempelig juridisch rechtsmiddel. De rechter mag een verzoek tot het afnemen van een voorlopig getuigenverhoor niet geheel naar eigen inzicht afwijzen. Er zijn daarom ook enkele beperkte afwijzingsgronden:
(a)              Onvoldoende belang
(b)              Misbruik van bevoegdheid;
(c)              Strijdigheid met de goede procesorde; en/of
(d)              Een ander zwaarwichtig oordeel.

Onvoldoende belang

Een voorlopig getuigenverhoor kan door verschillende feitelijke grondslagen worden afgewezen op grond van onvoldoende belang. Een voorlopig getuigenverhoor is bijvoorbeeld niet zinvol als de getuigenverklaringen waarschijnlijk geen bijdrage zullen leveren aan de uitkomst van de hoofdzaak. Ook is het mogelijk dat een vordering voor de hoofdzaak kansloos is of niet (meer) bestaat. In zo’n geval is de kans groot dat de rechter onnodig werk verricht, en om deze reden kan het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen vanwege een gebrek aan voldoende belang.

Misbruik van bevoegdheid

Misbruik van bevoegdheid kent verschillende vormen. Een van deze vormen houdt in dat het duidelijk is dat de enige bedoeling van een partij is om de wederpartij te schaden. Dit wordt ook wel het “benadelingscriterium” genoemd. In de praktijk speelt dit criterium voor het voorlopig getuigenverhoor echter meestal geen belangrijke rol, omdat het doel van het afnemen van een voorlopig getuigenverhoor duidelijk is. Dat wordt voldaan aan het benadelingscriterium moet worden bewezen door de verweerder en niet de verzoeker.

Daarnaast bestaat ook het doelcriterium. Hiervan is sprake wanneer het middel, het voorlopig getuigenverhoor, wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is bedoeld. Een belangrijk onderdeel hiervan is bijvoorbeeld de zogenaamde “fishing expedition”. Dat houdt in dat er ronduit “gevist” wordt naar informatie en er niet doelgericht wordt gezocht naar informatie in de hoop dat er iets wordt gevonden dat nadelig is voor de wederpartij. Er moet een concreet verband bestaan tussen de gevraagde informatie en een concrete vordering.

Tot slot is er ook de vorm dat sprake is van onevenredigheid, ook wel het onevenredigheidscriterium, wanneer het belang bij het gebruik van een bepaalde bevoegdheid niet opweegt tegen het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt, waardoor het niet redelijk is om die bevoegdheid uit te oefenen. Een verhuurder mag bijvoorbeeld zijn huurder niet uit de woning zetten vanwege een kleine overtreding van de huurovereenkomst, ook al zou verhuurder het recht daartoe hebben.

Strijdigheid met de goede procesorde

Het is moeilijk om precies te definiëren wat er bedoeld wordt met “(strijd met) de goede procesorde.” Dit komt doordat er veel verschillende regels en normen onder deze term vallen. Bovendien hangt de beoordeling of er sprake is van strijd met de goede procesorde sterk af van de specifieke omstandigheden van de zaak, waarbij ook bredere maatschappelijke belangen belangrijk zijn. Daarnaast veranderen de opvattingen in de samenleving over wat precies onder een goede procesorde valt voortdurend.

Als leidraad kan gelden dat er een duidelijke disproportionaliteit moet bestaan tussen het belang van de verzoeker bij het houden van een voorlopig getuigenverhoor en het belang van een efficiënte, voortvarende en kosteneffectieve procesvoering.

Ander zwaarwichtig oordeel

De laatst mogelijke afwijzingsgrond kan worden gezien als een restcategorie. Veel literatuur en jurisprudentie is er dan ook niet over terug te vinden. De invulling van deze grond is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval.  Het gaat hier dan dus om omstandigheden die niet vallen onder de eerdergenoemde afwijzingsgronden, maar toch dermate belangrijk zijn dat een verzoek moet worden afgewezen.

Voorbeelden kunnen zijn: (i) een aangekondigd beroep op een verschoningsrecht/geheimhoudingsplicht, (ii) een bewijsovereenkomst, (iii) de getuige kan op medische gronden geen getuigenverklaring afleggen, (iv) de (emotionele) belasting van de getuige of (v) de veiligheid van de getuige of anderen loopt gevaar.

Conclusie

Een voorlopig getuigenverhoor kan een goed middel zijn om meer opheldering te krijgen over verschillende feiten. Veelal weet de Verzoeker niet precies welke feitelijke handelingen de verweerder heeft uitgevoerd en wie er feitelijk verantwoordelijk is (geweest). Hier kan een voorlopig getuigenverhoor meer opheldering over geven. Een voorlopig getuigenverhoor kan er ook voor zorgen dat er bewijs wordt vastgelegd voordat het ‘te laat’ is en het bewijs verloren gaat.

Mocht u een conflict hebben en de mogelijkheden van een voorlopig getuigenverhoor onderzoeken, dan help ik u hier graag mee!

Vragen?

Heeft u vragen? Contact dan een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.

Artikelen door Vincent van Oosteren

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.