VOF telefonisch beëindigd. Kan dat?
Nadat twee vennoten een ongelukkige samenwerking hadden binnen een vennootschap onder firma (vof), zei de ene vennoot de samenwerking aan de andere vennoot telefonisch op. Daarop ontstond er een discussie over de geldigheid van de opzegging. Had deze vennoot daadwerkelijk bedoeld de samenwerking op te zeggen? En mocht dit telefonisch?
Er volgden procedures en de opzeggende vennoot stelde dat hij de samenwerking niet had opgezegd (althans dit niet had gewild) en dat zulks ook niet telefonisch had gekund. De andere vennoot stelde zich juist op het standpunt dat de samenwerking wel was opgezegd middels de telefonische mededeling. Uiteindelijk oordeelde de Hoge Raad dat de telefonische opzegging geen beëindiging van de samenwerking tot gevolg had. Daarbij betrok de Hoge Raad het gegeven dat de opzeggende vennoot in emotie had gehandeld en dat de opzegging groot financieel nadeel voor hem zou hebben. Bovendien vond de Hoge Raad het relevant dat de vennoten in hun samenwerkingsovereenkomst andere vormen van opzegging hadden afgesproken.
De samenwerking
In juli 2011 zijn de vennoten een samenwerking aangegaan in de vorm van een vof. Alles werd in een overeenkomst vastgelegd waarin ook afspraken werden gemaakt voor de beëindiging van de samenwerking. De vennoten spraken af dat de vof kon worden beëindigd middels schriftelijke opzegging of nadat een van de vennoten minimaal een jaar arbeidsongeschikt was geweest. Ook spraken de vennoten af dat bij opzegging van de vof binnen 5 jaar na oprichting, de opzeggende vennoot een boete van € 75.000,- verschuldigd was.
Vanaf het begin verloopt de samenwerking problematisch. Ten gevolge daarvan meldt een van de vennoten zich na 6 maanden ziek. Enkele dagen daarna neemt diens advocaat telefonisch contact op met de andere vennoot met als doel tot een regeling te komen. Daarop geeft de andere vennoot aan daarover niet te willen praten en per direct de samenwerking te beëindigen.
De procedure
Omdat de telefonische opzegging binnen de 5 jaar na de start werd medegedeeld, was de opzeggende vennoot op grond van de samenwerkingsovereenkomst de boete verschuldigd. In de procedure ontstond dan ook de discussie of de opzegging rechtsgeldig was gedaan en ook zo mocht worden geïnterpreteerd.
Uitgangspunt is dat rechtshandelingen (de opzegging) moeten worden uitgelegd aan de hand van de omstandigheden van het geval. Dit werd ook door de Hoge Raad nogmaals bevestigd. Daarbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol.
Duidelijk is dat een van de vennoten in niet miskenbare bewoordingen heeft verklaard dat de vof werd opgezegd en dat deze verklaring door de andere vennoot is ontvangen. Op zichzelf kan dit voldoende zijn om de samenwerking per direct te laten beëindigen. Ook indien partijen in de samenwerkingsovereenkomst een andere vorm van opzegging zijn overeengekomen.
De wijze van beëindiging
De omstandigheden van dit geval maken echter een telefonische opzegging niet rechtsgeldig. Daarbij heeft de hoge Raad het relevant gevonden dat partijen in de samenwerkingsovereenkomst waren overeengekomen dat opzegging schriftelijk kon plaatsvinden en heeft de Hoge Raad zwaar laten meewegen dat de opzegging grote nadelen had voor de opzeggende vennoot; een boete van € 75.000,-. Daarmee mocht de onder emotie gedane mededeling van opzegging niet als zodanig worden geïnterpreteerd.
Neem contact op
Wilt u meer weten over de mogelijkheden en risico’s rondom het beëindigen van een vennootschap onder firma (vof)? Neem dan contact op met onze specialisten of bel +31(0) 205 210 130.