Uitspraak Huurcommissie

Onlangs berichtten we u over een ‘oude truc’ die door een verhuurder zou zijn uitgehaald om het verbod op tijdelijke verhuur te omzeilen. Van een truc was eigenlijk helemaal geen sprake; het ging om een huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur. Een variant die al lange tijd bestond en gericht is op uitzonderingsgevallen, zoals vakantie- of wisselwoningen. Bij die variant genieten huurders inderdaad geen huurbescherming en geldt het verbod op tijdelijke verhuur evenmin, dat volgt uit artikel 7:232 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.

In het geval dat door het Parool werd aangehaald en welke werd betiteld als oude truc, is nu door de Huurcommissie een uitspraak gedaan waarbij de huurder in het gelijk is gesteld. Van een huur naar zijn aard van korte duur was in dit geval geen sprake, zo oordeelde de Huurcommissie. De huurder had in de woning zijn hoofdverblijf en had ‘niets te maken tijdelijke of toeristische verhuur’.

Door de uitspraak van de Huurcommissie is de huurprijs teruggebracht naar de maximaal redelijke huurprijs van 633,58 euro per maand.

Advies

Heeft u vragen over bovengenoemde ontwikkelingen of heeft u andere juridische vragen over huurrecht? Onze gespecialiseerde advocaten staan u graag te woord. Neem contact op met een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.