Prinsjesdag 2024: de belangrijkste veranderingen voor ondernemers
Afgelopen 17 september was het weer tijd voor Prinsjesdag, dé dag waarop de nieuwe kabinetsplannen worden gepresenteerd. Door het nieuwe kabinet zijn er dit jaar behoorlijk wat nieuwe plannen aangekondigd. Voor ondernemers zijn er belangrijke veranderingen op komst, zoals aangepaste belastingtarieven, nieuwe btw-regels en wijzigingen in aftrekmogelijkheden. Ook worden enkele fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek, opnieuw onder de loep genomen. Om u op de hoogte te brengen van de gevolgen van de nieuwe kabinetsplannen, hebben we de belangrijkste veranderingen voor u samengevat.
1. Verlaging belastingtarief box 2
Heeft u een aanzienlijk belang in een onderneming, bijvoorbeeld door ten minste 5% van de aandelen of winstbewijzen te bezitten? U moet dan belasting betalen over de inkomsten die u uit dit aanzienlijke belang haalt, zoals dividend en verkoopopbrengsten van aandelen. Deze inkomsten vallen onder box 2 van de inkomstenbelasting.
Sinds begin 2024 zijn er twee belastingtarieven in box 2. Voor inkomsten tot € 67.000 geldt momenteel een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 hetzelfde, maar geldt dan voor een bedrag tot € 67.804. Inkomsten boven dit bedrag worden nu belast tegen 33%. Vanaf 2025 wordt dit hogere tarief verlaagd naar 31%.
Heeft u een fiscale partner? Dan kunnen jullie de inkomsten uit het aanmerkelijke belang splitsen. Dit betekent dat jullie het lagere tarief van 24,5% twee keer kunnen toepassen. Over de gezamenlijke inkomsten van € 135.608 (twee keer € 67.804) betaalt u dan het verlaagde tarief van 24,5%.
2. Verlaging van zowel de Mkb-winstvrijstelling als zelfstandigenaftrek
Het vorige kabinet had het plan om de Mkb-winstvrijstelling te verlagen naar 12,03%. Inmiddels is dit plan teruggedraaid. Vanaf 2025 wordt de Mkb-winstvrijstelling verlaagd van 13,31% naar 12,70%.
Ook de zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd om het werken in loondienst en als ondernemer gelijker te trekken. De zelfstandigenaftrek is een belastingvoordeel waarmee ondernemers een bepaald bedrag van hun winst mogen aftrekken in de inkomstenbelasting. Met als voorwaarde dat ze minimaal 1.225 uur per jaar als ondernemer werkzaam zijn. In 2025 wordt het bedrag verlaagd naar € 2.470, een vermindering van ruim € 900.
3. Herziening bedrijfsopvolgingsregeling, doorschuifregeling en erfbelasting
Vanaf 1 januari 2025 worden er enkele veranderingen doorgevoerd in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Het kabinet heeft voorgesteld om de verplichte voortzettingstermijn bij bedrijfsovernames te verkorten van vijf naar drie jaar.
Vanaf 1 januari 2026 zullen de BOR en de doorschuifregeling (DSR) alleen van toepassing zijn op gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties en winstbewijzen worden uitgesloten van deze regelingen. Verder wordt het eenvoudiger om een bedrijf te herstructureren zonder het belastingvoordeel van de BOR te verliezen, en gelden er strengere eisen voor ondernemers die na hun AOW-leeftijd met een bedrijf starten.
Ook wordt de vrijstelling voor schenk- en erfbelasting vanaf 2025 verhoogd. Voor bedrijven met een waarde tot €1,5 miljoen blijft de belastingvrijstelling volledig, terwijl boven dit bedrag de vrijstelling daalt van 83% naar 70%.
Let op: vastgoed dat u aan derden verhuurt, wordt vanaf 1 januari 2024 niet langer als ondernemingsvermogen beschouwd, waardoor u dit niet meer kunt inzetten voor de BOR.
4. Afschaffing giftenaftrek vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2025 wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dat betekent dat u een gift vanuit uw bedrijf aan een Algemeen Nut Beogende Instellingen dan wel Sociaal Belang Behartigende Instellingen niet meer kunt aftrekken van de winst. Voor ondernemers in andere rechtsvormen, zoals een eenmanszaak of VOF, blijven de regels omtrent de giftenaftrek ongewijzigd. Ook de giftenaftrek in de inkomstenbelasting blijft onveranderd.
De giften die u doet vanuit uw bedrijf worden vanaf 2025 behandeld als dividenduitkeringen aan u in privé. Hierdoor worden ze onderworpen aan dividendbelasting en vallen ze onder de eerdergenoemde box 2 van de inkomstenbelasting.
Als u via sponsoring of reclame bijdraagt aan goede doelen, worden deze kosten beschouwd als zakelijke uitgaven en blijven ze aftrekbaar van de winst. Dit geldt ook voor uitgaven die u doet als onderdeel van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).
5. Motorrijtuigenbelasting voor emissievrije auto’s
Momenteel betalen bezitters van een emissievrije auto (waterstof aangedreven of volledig elektrisch) geen motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting). Vanaf 2025 verandert dit, en wordt er motorrijtuigenbelasting geheven. Tijdens Prinsjesdag werd aangekondigd dat de belastingkorting voor deze auto’s stapsgewijs zal worden afgebouwd van 75% in 2025 naar 0% in 2031.
Echter is bij het opstellen van deze plannen door het vorige kabinet geen rekening gehouden met het extra gewicht van de accu’s in elektrische voertuigen. Hierdoor zijn de elektrische auto’s zwaarder en betalen zij meer motorrijtuigenbelasting. Daarnaast zijn er meer elektrische auto’s verkocht dan oorspronkelijk verwacht. Deze twee factoren hebben geleid tot een tegenvaller van 1,5 miljard euro. Om dit begrotingstekort te dichten is na Prinsjesdag besloten de belastingkorting in 2025 te verlagen naar 25%. In 2031 wordt de belastingkorting volledig afgeschaft.
6. Verlaging energiebelasting
Bedrijven die gas of elektriciteit gebruiken voor hun bedrijfsactiviteiten krijgen vanaf 1 januari 2025 een aanzienlijke lastenverlichting. Het tarief voor de energiebelasting op aardgas wordt verlaagd, wat betekent dat u minder gaat betalen. Vanaf die datum betaalt u € 0,028 per m³ gas, en deze korting geldt voor een verbruik tot 170.000 m³ per jaar.
7. Verhoging btw-tarief boeken, cultuur, kunst, overnachtingen en sport
Waarschijnlijk heeft u het al voorbij zien komen. Vanaf 1 januari 2026 gaat de btw op boeken, cultuur, kunst, overnachtingen en sport en flink omhoog. Het huidige tarief van 9% btw wordt dan verhoogd naar 21%. Deze verhoging treft een brede groep ondernemers, zoals sportinstructeurs en organisatoren van concerten en voorstellingen. Dit betekent dat u als ondernemer vanaf 2026 meer btw moet doorberekenen aan uw klanten, waardoor de prijzen voor onder andere musea, concerten en boeken stijgen.
Er zijn echter een paar uitzonderingen. Zo blijven bioscopen, circussen, kampeerterreinen en dagrecreatie onder het lage tarief van 9% vallen. Ook niet-commerciële sportverenigingen behouden hun vrijstelling.
Let op: de btw-verhoging is afhankelijk van het moment waarop de dienst wordt geleverd. Verkoopt u in 2025 een ticket voor een voorstelling in 2026? Dan geldt al het nieuwe tarief van 21%.
8. Verlaging overdrachtsbelasting woningen die u zelf niet bewoond
Interesse in een beleggingsobject of vakantiewoning? Vanaf 1 januari 2026 wordt de overdrachtsbelasting voor woningen die u niet zelf bewoond verlaagd van 10,4% naar 8%. Dit lagere tarief geldt voor beleggingsobjecten en vakantiewoningen, waardoor het aantrekkelijker wordt om (nieuwbouw)woningen aan te schaffen voor verhuur. Voor woningen die in eigen gebruik zijn blijft de overdrachtsbelasting 2%, tenzij u in aanmerking komt voor de startersvrijstelling. De startersvrijstelling is een eenmalige vrijstelling voor starters onder de 35 jaar.
Let op: deze verlaging is nog niet officieel vastgelegd in een wetsvoorstel, maar er zijn plannen om dit in oktober 2024 in te dienen.
9. Uitbreiding kleineondernemersregeling
De uitbreiding van de Kleineondernemersregeling (KOR) is niet aangekondigd tijdens Prinsjesdag, maar is een week eerder door de Belastingdienst bekendgemaakt. Vanaf 1 januari 2025 wordt de KOR uitgebreid. Voorheen konden alleen ondernemers die in Nederland zijn gevestigd gebruikmaken van deze regeling, maar vanaf dit jaar kunnen ook ondernemers uit andere EU-lidstaten de KOR toepassen. Dit kan als hun omzet in de EU, inclusief Nederland, maximaal € 100.000 bedraagt.
10. Verlichte arbeidsongeschiktheidsverzekering zzp’ers?
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers is, net als de KOR, niet aangekondigd tijdens Prinsjesdag. Het lijkt er echter op dat deze regeling mogelijk in 2027 of later van kracht zal worden. Al eerder schreef mijn collega Judy Sliepen een artikel over de toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel.
De verplichte AOV is bedoeld voor ondernemers die een winstafgifte doen in de inkomstenbelasting. DGA’s met een bv vallen buiten deze verplichting. Deze AOV biedt een uitkering van 70% van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, met een maximum dat gelijk is aan het wettelijke minimumloon. Er wordt een wachttijd van één jaar ingesteld; in die periode ontvangt u geen uitkering. U krijgt ook geen uitkering zolang u zelf het minimumloon kunt verdienen, ook al is dat met ander werk. De verzekering loopt tot uw AOW-leeftijd. De premies bedragen ongeveer 6,5% van uw inkomen en zijn maximaal 142,68% van het wettelijk minimumloon.
Voor ondernemers die al een AOV hebben, komt er een overgangsregeling. Als uw bestaande verzekering aan bepaalde voorwaarden voldoet, kunt u via uw huidige verzekeraar verzekerd blijven.
11. Versoepeling earningsstrippingmaatregel
Volgens de earningsstrippingsmaatregel mag een vennootschapsbelastingplichtig lichaam per saldo niet meer rente aftrekken dan 20% van de gecorrigeerde winst. Wanneer dit percentage lager is dan € 1 miljoen, geldt dat bedrag als maximum. Het nieuwe kabinet streeft ernaar om de renteaftrekbeperking meer in lijn te brengen met het Europees gemiddelde. Daarom wordt het aftrekmaximum verhoogd van 20% naar 25%, wat bedrijven meer ruimte biedt om rente te verrekenen.
Voor vastgoedlichamen die onroerend goed aan derden verhuren, vervalt de drempel van € 1 miljoen per 1 januari 2025. Dit houdt in dat zij maximaal 25% van hun (gecorrigeerde) winst aan rente kunnen aftrekken.
Let op: deze regeling geldt niet voor vastgoed dat wordt verhuurd aan verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen.
12. Wijziging compensatie bij transitievergoeding
Als werkgever bent u verplicht om het loon door te betalen aan een zieke werknemer. Na twee jaar ziekte heeft u de mogelijkheid om ontslag aan te vragen bij het UWV. In dat geval heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Sinds begin 2024 is dit maximum vastgesteld op € 94.000. Mocht het jaarinkomen van de werknemer hoger zijn, dan geldt maximaal één bruto jaarsalaris.
Bovendien kunnen werkgevers compensatie aanvragen voor de betaalde transitievergoeding wanneer ze deze werknemer ontslaan. Echter, vanaf 1 juli 2026 wordt de compensatieregeling gewijzigd. Alleen werkgevers met minder dan 25 werknemers behouden het recht op compensatie, terwijl grotere werkgevers dit voordeel verliezen.
13. Tarieven vennootschapsbelasting ongewijzigd
De tarieven voor de vennootschapsbelasting blijven in 2025 ongewijzigd. Ook de schijfgrens blijft zoals die is. Tot een winst van € 200.000 betaalt u in de eerste schijf een tarief van 19%. Als de winst meer dan € 200.000 bedraagt valt het extra bedrag in de tweede schijf met een tarief van 25,8%.
14. Verlaging belastingvoordeel hoogopgeleide buitenlandse werknemers
Vanaf 2027 gaat het belastingvoordeel voor hoogopgeleide buitenlandse werknemers (expats) omlaag. Nu kunnen expats via hun werkgever jaarlijks een belastingvoordeel van 30% op hun salaris krijgen. Vanaf 2027 verandert dit naar 27%. Daarnaast wordt de salarisnorm verhoogd naar € 50.436.
Vragen?
Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit artikel? Of heeft u andere vragen naar aanleiding van de nieuwe kabinetsplannen en wilt u weten wat dit betekent voor uw positie als ondernemer? Contact dan een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.