Wilsgebrek
Wanneer een rechtshandeling een ‘wilsgebrek’ heeft, is hij vernietigbaar. Een wilsgebrek houdt in dat iemand ergens mee akkoord is gegaan of iets heeft gedaan, terwijl zijn wil op een onwettelijke wijze werd beïnvloed. Om die reden kan de beïnvloede partij, achteraf, van de rechtshandeling af.
Er zijn drie situaties waarin er sprake is van een wilsgebrek: bij bedreiging, bedrog, en misbruik van omstandigheden.
Zie 3:44 BW.