flib 50 jaar

Wettelijke garantie

Bij de aanschaf van een zaak heeft de koper het recht op een goed product. Als er iets aan mankeert, moet de verkoper het repareren, vervangen of het betaalde bedrag ervoor teruggeven. Dit is de wettelijke garantie. Dit recht bestaat alleen wanneer het product op een goede manier gebruikt is. De koper die zelf schade veroorzaakt aan het product, kan zich hier niet op beroepen. Er bestaat geen garantietermijn, maar na verloop van tijd wordt het wel moeilijker om nog te bewijzen dat een product door een inwendig gebrek kapot is gegaan. Voor slijtage, door het langdurig normaal gebruiken van een product, bestaat namelijk geen garantie.

Wanneer er binnen zes maanden na aankoop iets mis blijkt met het product, dan gaat de wet ervan uit dat dit aan het product ligt. De verkoper kan alleen onder vergoeding uitkomen wanneer hij bewijst dat de koper het product kapot heeft gemaakt. Na zes maanden wordt die bewijslast omgedraaid, en zal de koper dus moeten bewijzen dat een gebrek in het product ertoe heeft geleid dat het kapot is, en niet zijn eigen handelen.

Los van de wettelijke garantie kan de verkoper of producent nog een aanvullende garantie verstrekken, bijvoorbeeld de fabrieksgarantie, die betrekking heeft op bepaalde eigenschappen van het product. Het voordeel hiervan is dat zo’n garantie automatisch recht geeft op vervanging, zonder dat het gebrek van het product bewezen hoeft te worden. Dit geldt dus ook wanneer het product na meer dan zes maanden stuk gaat.

Zie 7:6a en 7:17 BW.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Wil je ook op de hoogte blijven van al onze ontwikkelingen en alle ins en outs, meld je dan aan voor onze Fruytier Lawyers in Business nieuwsbrief hieronder.

    29 views