Verzuim
Wanneer twee partijen een contract sluiten, en één van de partijen komt toerekenbaar zijn verplichtingen niet na of niet geheel na, dan spreken we van een ‘wanprestatie’. De wederpartij kan in zo’n geval eisen dat het contract alsnog nagekomen wordt. Dit gebeurt door middel van een aanmaning, de zogenaamde ‘ingebrekestelling’, waarin een redelijke termijn wordt geboden om het contract na te komen. Er kan pas schadevergoeding worden geëist wanneer de wederpartij nalaat om binnen die termijn alsnog na te komen. In zo’n geval zeggen we dat de schuldenaar ‘in verzuim’ is. Die kwalificatie maakt de schuldenaar schadeplichtig.
Wanneer nakoming van het contract ondertussen onmogelijk is geworden, is het intreden van verzuim niet vereist en treedt de schadeplichtigheid direct op.
Ook kan het voorkomen dat de ingebrekestelling niet vereist is voor het intreden van verzuim. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de wanpresterende partij duidelijk maakt niet meer te zullen proberen na te komen, of wanneer de tweede kans om na te komen contractueel is uitgesloten. Ook bij schadevergoeding als gevolg van een onrechtmatige daad is de ingebrekestelling niet vereist.
Zie 6:81 BW.