Vermogensschade
Schade aan iemands financiële positie heet ‘vermogensschade’. Hiervan bestaan twee vormen: geleden verlies en gederfde winst (ook wel: exploitatieschade). Bij verlies kan gedacht worden aan schade aan zaken, bijvoorbeeld schade aan een huis doordat er een ruit kapot wordt gegooid. Gederfde winst ziet op de schade die een onderneming oploopt doordat er geen (volledige) omzet gedraaid kan worden.
Wanneer de schade is ontstaan door een wanprestatie of door een onrechtmatige daad, kan er schadevergoeding geëist worden voor het bedrag van de schade.
Vermogensschade onderscheidt zich van immateriële schade in die zin dat er voor een bepaald bedrag schade gemaakt wordt. Immateriële schade, daarentegen, ziet niet op materiaal of geld maar gaat over schade aan het lichaam of aan gevoel of emotie. Letselschade heeft dus zowel een vermogenscomponent als een immateriële component: de kosten voor een hechting bij het ziekenhuis zijn vermogensschade, maar het daaruit volgende verdriet van het hebben van een litteken is immateriële schade.
Zie 6:96 BW.