Termijnbescherming

Een huurovereenkomst van een bedrijfsruimte geldt altijd minstens voor een periode van vijf jaar. Wanneer er een langere periode is overeengekomen, geldt die langere periode; maar wanneer er een kortere periode is overeengekomen, duurt de overeenkomst alsnog vijf jaar.

Na die eerste termijn kan de verhuurder de overeenkomst alleen maar opzeggen op grond van één van de strenge, in de wet genoemde gronden (de zogenaamde huurbescherming). Ook kan de huurder zelf de huur opzeggen. Wordt er niet (rechtsgeldig) opgezegd, dan wordt de huurovereenkomst automatisch verlengd voor een tweede termijn waardoor de beide termijnen tezamen op een periode van tien jaar uitkomen.

Dit systeem wordt de termijnbescherming genoemd.

Zie 7:292 en 7:293 BW.