Retentierecht
Een retentierecht is de bevoegdheid van een contractspartij om nakoming van de verplichting tot aflevering van een zaak op te schorten, zolang de wederpartij zijn vordering niet heeft voldaan. De wet bepaalt in welke gevallen deze bevoegdheid bestaat, en dat kan zowel bij roerende als bij onroerende goederen het geval zijn.
De opschortende partij wordt ‘retentor’ genoemd. De retentor moet aan drie voorwaarden voldoen om een beroep te kunnen doen op het retentierecht:
- Hij moet een opeisbare vordering hebben op de wederpartij.
- Hij moet de feitelijke macht uitoefenen over de zaak waarvan hij de aflevering opschort.
- Er moet sprake zijn van voldoende samenhang tussen de opeisbare vordering en de af te leveren zaak.
Zie 3:290 BW.