Lossing
Wanneer een hypotheekhouder wil overgaan tot executie van het verhypothekeerde goed, behoudt de hypotheekgever tot op het moment van veiling het recht om de lening waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt af te lossen. Dit wordt ‘lossing’ genoemd. De hypotheekgever moet bovendien de kosten voldoen die al gemaakt zijn in het kader van de executie. Op deze manier kan de hypotheekhouder zijn bezit ‘redden’.
Zie 3:269 BW.