Huurbeding
Een hypotheekhouder kan bepaalde rechten bedingen met betrekking tot de verhuur van het goed waarop de hypotheek rust. Dat soort rechten worden ‘huurbeding’ genoemd. Het gaat hierbij onder meer om het recht om het goed te verhuren of te verpanden, en de vaststelling van de wijze waarop en tijd gedurende welke het goed kan worden verhuurd of verpacht. Het huurbeding zorgt ervoor dat de hypotheekgever deze acties alleen mag verrichten met goedkeuring van de hypotheekhouder.
Dit recht kan worden overgedragen op de koper van het verhypothekeerde goed wanneer dit op een veiling wordt verkocht in het kader van de uitwinning van de hypotheek.
Zie 3:264 BW.