Executiegeschil
Wanneer iemand de bevoegdheid heeft om over te gaan tot executie van een vonnis, kan de wederpartij zich bij de rechter verweren tegen de geldigheid hiervan. Er is dan sprake van een executiegeschil. Vanwege de spoedeisendheid van de procedure wordt vaak gekozen voor een kort geding bij de Voorzieningenrechter, en is er sprake van een executiekortgeding.
De verzoekende partij kan opheffing van het beslag of schorsing van de executie eisen. De rechter zal alleen overgaan tot schorsing wanneer het vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke vergissing berust, of wanneer er zich na het uitspreken van het executievonnis gebeurtenissen hebben voorgedaan die een tenuitvoerlegging van het vonnis onaanvaardbaar maken. Er moet dan sprake zijn van een noodtoestand bij de verzoekende partij.
Zie 438 Rv.