Eigendom
Wanneer iemand een goed in eigendom heeft, is hij vrij om te bepalen wat er met dat goed gebeurt. Hij kan het bijvoorbeeld op een bepaalde manier gebruiken, of overgaan tot vernietiging van het goed. Het enige waar hij rekening mee moet houden zijn rechten van anderen en beperkingen die voortvloeien uit het ongeschreven recht.
Eigendom valt niet altijd samen met bezit. Iemand kan eigenaar van een goed zijn, maar geen bezitter, bijvoorbeeld omdat hij het goed aan iemand anders heeft uitgeleend. Degene die de feitelijke macht over het goed heeft, is de bezitter. Het is ook nog mogelijk dat degene met de feitelijke macht over het goed heeft aangegeven dat hij het goed slechts houdt voor iemand anders (bijvoorbeeld voor de eigenaar): deze persoon is dan geen bezitter, maar slechts houder.
Zie 5:1 BW.