Bezit
Wanneer iemand de feitelijke macht heeft over een goed, heeft hij dat goed in bezit. De bezitter kan dus bepalen wat er feitelijk met het goed gebeurd, bijvoorbeeld dat het gebruikt wordt of vernietigd, ook al heeft hij hier wellicht geen rechtsbevoegdheid toe.
De eigenaar van een goed is wel altijd rechtens bevoegd om te beslissen wat er met een goed gebeurd, maar dat betekent niet dat hij ook de feitelijke macht over een goed heeft en dus bezitter is. Bij diefstal van een fiets wordt de dief bijvoorbeeld bezitter van de fiets, terwijl de rechthebbende eigenaar blijft.
Een bezitter houdt het goed voor zichzelf. Dat wil zeggen dat hij zelf de verantwoordelijkheid heeft over de feitelijke staat van het goed. Wanneer iemand niet voor zichzelf houdt maar voor iemand anders, is hij geen bezitter maar slechts een houder.
Zie 3:107 BW.