Bedrog
Wanneer een rechtshandeling onder invloed van bedrog tot stand is gekomen, is deze vernietigbaar. Hiervan is sprake wanneer iemand opzettelijk een leugen vertelt om een ander ertoe te bewegen een bepaalde rechtshandeling aan te gaan. Ook het opzettelijk verzwijgen van een feit dat de ander verplicht was te vertellen, geldt als bedrog. Het aanprijzen van iets geldt echter niet als bedrog, zelfs wanneer de aanprijzingen feitelijk onjuist zijn.
Wanneer er onder invloed van bedrog een overeenkomst tot stand gekomen is, wordt wel gezegd dat die overeenkomst vernietigbaar is vanwege een wilsgebrek.
Zie 3:44 BW.