Intermediair – flexwerker – opdrachtgever; de spelregels
Het kan voorkomen dat iemand die tijdelijk via een uitzendbureau of een ander soort intermediair voor een opdrachtgever heeft gewerkt, na afloop van de opdracht bij dat bedrijf wilt blijven werken. Als flexwerker mag je hierin niet worden belemmerd door de intermediair. Toch proberen veel bureau’s dat wel door bijvoorbeeld relatiebedingen in hun arbeidscontracten op te nemen.
Arbeidsverhouding tussen intermediair en flexwerker
Het komt regelmatig voor dat een gedetacheerde of uitgezonden werknemer een goede klik heeft met het bedrijf waar hij of zij geplaatst is en wil het bedrijf na afloop van de detachering graag met deze flexwerker verder.
Grote groep flexwerkers
Een relatief grote groep Nederlanders werkt tegenwoordig met een flexibel arbeidscontract. Volgens onderzoek van het CBS is het aantal flexwerkers in Nederland over de laatste tien jaar het hardst gestegen van alle EU landen. Flexwerkers werken als uitzendkracht, op nul-urenbasis of worden gepayrolled of gedetacheerd. Het CBS heeft ook onderzocht dat er in 2019 circa 1,1 miljoen Nederlanders zzp’er waren. Veruit de grootste groep, 890.000 zzp’ers, biedt vooral hun eigen arbeid of diensten aan. Die zzp’ers vinden ook vaak nieuw werk via intermediairs, zoals recruiters, detacheringsbureaus, headhunters en uitzendbureau’s. Maar dit kan soms ook direct via de opdrachtgever gaan. Zowel de flexwerker als de opdrachtgever gaan er vaak in een dergelijke situatie op vooruit door direct te contracteren.
De intermediair ligt dwars
De intermediair heeft er daarentegen een financieel belang bij om deze directe relatie tussen het bedrijf en de flexwerker te belemmeren. Als de intermediair er tussenuit valt dan krijgt zij geen beloning meer. Als het de intermediair lukt om de flexwerker opnieuw via haar te laten werken krijgt ze dit geld wel, zonder dat zij daarvoor nog (veel) extra werk hoeft te verrichten. Een tweede termijn is dus pure winst voor de intermediair. Daarom nemen veel intermediairs een relatiebeding op in hun arbeidsovereenkomst.
Belemmeringsverbod
Dat relatiebeding is alleen niet altijd geldig. De intermediair bemoeilijkt hiermee namelijk de totstandkoming van vaste arbeidsrelaties en dat probeert de wetgever te voorkomen door middel van het zogenaamde belemmeringsverbod. Dit is geregeld in artikel 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (de Waadi). De Nederlandse wet heeft hiermee de Europese Uitzendrichtlijn geprobeerd te implementeren.
De Uitzendrichtlijn en ‘Focus on Human’ arrest
Ter stimulering van vaste arbeidsrelaties heeft de Europese Unie de uitzendrichtlijn ingevoerd. In die richtlijn wordt het intermediairs verboden om arbeidskrachten waarmee zij een arbeidscontract of ‘arbeidsverhouding’ hebben, te belemmeren om na afloop van de plaatsingsperiode een arbeidscontract of arbeidsverhouding te aan te gaan met het inlenende bedrijf.
Het begrip arbeidsverhouding is niet gedefinieerd in het Nederlands recht. In het Focus on Human -arrest heeft de Hoge Raad echter uiteengezet dat dit begrip breed dient te worden geïnterpreteerd. De brede uitleg leidt ertoe dat ook de activiteiten van zzp’ers via intermediairs onder omstandigheden onder het toepassingsbereik van het belemmeringsverbod vallen.
Last van belemmering door intermediair?
Bent u een werkgever die graag na afloop van een opdracht via een intermediair een arbeidsovereenkomst of een (zzp) opdracht wil aanbieden een arbeidskracht, maar wordt u hierbij gehinderd? Of bent u zelf die geplaatste arbeidskracht of bemiddelde zzp’er die tegen een relatiebeding van uw intermediair aanloopt? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrecht specialisten en ontdek uw mogelijkheden in een vrijblijvend gesprek.