flib 50 jaar
Gepubliceerd op: 7 september 2020

Geen minimumtarief voor zpp’ers maar een webmodule voor opdrachtgevers

Bij het aangaan van een samenwerking met een zpp’er is van belang of deze samenwerking wordt gezien als loondienst of een opdracht. In het geval van loondienst moet de opdrachtgever namelijk loonheffingen inhouden en moet hij meestal loon doorbetalen bij ziekte en vakantie. En niet onbelangrijk, de ontslagregels uit het arbeidsrecht zijn in dat geval van toepassing wat verstrekkende gevolgen kan hebben.

VAR, DBA of minimum tarief

De wetgever is al jaren bezig om partijen meer zekerheid te geven over dit onderwerp. Tot 1 mei 2016 bestond hiervoor de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Deze is vervangen door Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). De bedoeling was om vooraf bij de Belastingdienst te toetsen of er sprake is van loondienst of niet en vervolgens met een modelovereenkomst van de Belastingdienst de samenwerking vast te leggen. Deze wet heeft echter niet de gewenste duidelijkheid gebracht en daarom wil het kabinet deze vervangen.

In 2019 lag er een wetsvoorstel op tafel voor invoering van een minimumtarief voor zzp’ers van 16 euro per uur of een zogenaamde opt-out regeling voor zelfstandigen met een hoger uurtarief dan 75 euro. Hiermee zou een duidelijk onderscheid moeten komen tussen zelfstandigen en werknemers. De minister kondigde in juni van dit jaar echter aan dat dit voorstel toch van de baan is omdat het te veel administratieve lasten voor de zelfstandigen zou opleveren. Wel komt er een zogenaamde webmodule waarmee opdrachtgevers hun verhouding met een zzp’er kunnen beoordelen.

Webmodule

De webmodule is een internettool met een online vragenlijst voor opdrachtgevers om vooraf vast te stellen of de Belastingdienst de zzp’er als zelfstandige of als werknemer ziet. Mits de opdrachtgever deze naar waarheid invult, is er meteen zekerheid over het wel of niet betalen van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen. Deze webmodule zal waarschijnlijk dit najaar als pilot beschikbaar worden.

Uit de eerste testfase van de overheid blijkt dat het in een kwart van de gevallen duidelijk is dat het om een zelfstandige gaat, in een kwart van de gevallen is er geen duidelijkheid en in de overige helft gaat het waarschijnlijk om een arbeidsrelatie omdat de zzp’er te veel kenmerken van een werknemer heeft.

Beoordeling door de rechter

Zolang er echter niks aan de onderliggende wetgeving wordt gewijzigd, blijft dit thema ingewikkeld. Als er een geschil ontstaat tussen partijen zal de rechter toch kijken naar de feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Belangrijke beoordelingscriteria zijn onder andere of de zzp’er zich mag laten vervangen en hoe de gezagsverhouding met de opdrachtgever is. Dit laatste is vaak een lastig element. Ook in een zuivere opdrachtrelatie mogen er volgens de wet aanwijzingen en instructies worden geven.

Een rechter zal de gehele verhouding tussen partijen bekijken. De bedoeling van contractspartijen is van groot belang. Wat hadden partijen voor ogen toen ze een overeenkomst sloten? Als er een overeenkomst van opdracht is getekend maar de feiten duiden op een arbeidsrelatie dan kan de rechter oordelen dat er sprake is van een fictieve dienstbetrekking en zal het arbeidsrecht van toepassing zijn, inclusief de ontslagregels. Dit heeft grote gevolgen voor het opzeggen van de relatie tussen partijen en de financiële vergoeding.

Laat u dus vooraf goed adviseren over de vorm van samenwerking die u wenst aan te gaan.

Meer weten over dit onderwerp?

Neem contact op met een van onze specialisten of bel meteen  +31(0) 205 210 130.

Artikelen door Judy Sliepen

Stuur ons een bericht

Voor verdere vragen kunt u het formulier hieronder gebruiken. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.