Retentierecht bij faillissement
Een retentierecht is de bevoegdheid van een schuldeiser een zaak van een schuldenaar onder zich te houden. Denk bijvoorbeeld aan een garagehouder die een reparatie aan een auto verricht of een aannemer die een bouwwerk oplevert. Zolang facturen niet voldaan zijn is de schuldeiser bevoegd de afgifte op te schorten. Een klant die niet betaalt voor geleverde diensten of producten kan met het retentierecht gedwongen worden alsnog te betalen. Het retentierecht bij faillissement blijft behouden, wel is hier een speciale regeling voor opgenomen in het faillissementsrecht.
Recht van retentie bij faillissement
Het recht van retentie is bij een faillissement door een schuldeiser uit te oefenen tegen de curator. Bij het verdelen van de boedel en gelden na een faillissement heeft de curator verschillende mogelijkheden inzake een beroep op retentierecht bij faillissement:
• De curator voldoet de openstaande factuur aan de schuldeiser. De praktijk wijst uit dat na een faillissementsprocedure vaak onvoldoende gelden beschikbaar zijn, waardoor het betalen van openstaande facturen aan crediteuren onhaalbaar is.
• De tweede optie die de curator geboden wordt volgens de faillissementswet is het doorbreken van het retentierecht.
Doorbreken retentierecht bij faillissement
De curator kan goederen van crediteuren opeisen en verkopen, oftewel het retentierecht bij faillissement doorbreken. Met de verkoopopbrengst worden openstaande vorderingen betaald. Het retentierecht staat in de rangorde van schuldeisers hoger ingedeeld dan andere concurrente schuldeisers en gaat zelfs voor het pandrecht van bijvoorbeeld de bank. Dit klinkt echter mooier dan de werkelijkheid is.
Bij het doorbreken van het retentierecht is bij wet bepaald dat de werkzaamheden van de curator passend beloond moeten worden. Omdat een schuldeiser met retentierecht automatisch meedeelt in de algemene kosten van een faillissement – en pas betaald wordt nadat de werkzaamheden van de curator verrekend zijn – blijft een schuldeiser met retentierecht (retentor) veelal alsnog met lege handen achter.
Preferentie en het retentierecht
Het retentierecht bij faillissement staat hoog in de rangorde van concurrente schuldeisers en vorderingen, maar komt ná boedelvorderingen en preferente vorderingen. Boedelvorderingen met preferentie zijn de eerste vorderingen die betaald worden. Dit zijn bijvoorbeeld de salariskosten van de curator en de huur vanaf de dag van het faillissement. Vervolgens komen schuldeisers met preferente vorderingen aan bod. In Nederland zijn dit UWV, Belastingdienst en medewerkers die salaris tegoed hebben na faillissement. Na schuldeisers met preferentie volgen schuldeisers met retentierecht en concurrente schuldeisers.
Stellen van redelijke termijn
Beroept een schuldeiser zich op het retentierecht bij faillissement? Dan is het aan de curator om te bepalen óf en hoe met vorderingen wordt omgegaan. Is de retentor van mening dat de curator hier onvoldoende haast mee maakt, dan kan een schuldeiser de curator een redelijke termijn stellen voor het voldoen van de vordering of bewerkstelligen van een verkoop. Voldoet de curator niet aan deze eis, dan heeft de schuldeiser het recht zelf het goed te verkopen.
Eigendomsvoorbehoud faillissementswet
Goederen kunnen ook aan klanten geleverd zijn onder eigendomsvoorbehoud. Dit betekent dat goederen en producten juridisch eigendom blijven van de leverancier totdat alle facturen voldaan zijn. Er is in dit geval sprake van retentierecht bij faillissement onder eigendomsvoorbehoud. Gaat een bedrijf failliet en zijn vorderingen voor geleverde goederen niet of niet geheel betaald? In dit geval blijft het eigendomsvoorbehoud volgens de faillissementswet van kracht. Een schuldeiser kan zich beroepen op het eigendomsvoorbehoud door de curator hiervan op de hoogte te stellen. De praktijk toont aan dat dit verzoek in veel gevallen wordt afgewezen door een curator.
Eigendomsvoorbehoud in de praktijk
Als veel van dezelfde goederen zijn geleverd, denk bijvoorbeeld aan bakstenen, is het soms niet te bewijzen welke goederen wel en welke niet zijn betaald. Ook kan het zo zijn dat goederen die niet zijn betaald al zijn verwerkt en daardoor bestanddeel zijn geworden van een ander goed. Denk aan een lichtschakelaar die is gemonteerd in een woonhuis. In een dergelijk geval kan de rechthebbende zijn (niet-betaalde) schakelaar toch niet terughalen.
Onze specialisten in faillissementsrecht en insolventierecht brengen uw mogelijkheden in kaart en gaan voor u de juridische strijd aan met een curator. Neem voor meer informatie rond het retentierecht faillissement contact op met onze ervaren advocaten. Wij adviseren u betrokken en persoonlijk over het opeisen van uw goederen en openstaande vorderingen bij faillissement.