Leaseauto gestolen tijdens privégebruik: wie betaalt?
Werkgevers kunnen schade aan een leaseauto die is ontstaan bij privégebruik lang niet altijd op de werknemer verhalen, óók al is dit vooraf schriftelijk vastgelegd.
Werkgevers kunnen een leaseauto tegen schade verzekeren die is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De meeste werkgevers kiezen voor deze “all inclusive” variant, ook al betalen zij dan een hogere premie. De eis van goed werkgeverschap brengt volgens de Hoge Raad mee dat een werkgever niet-verzekerde schade van meer dan geringe omvang niet op de werknemer kan verhalen als deze schade wel gedekt zou zijn bij een gebruikelijke verzekering. Die dekt alleen de schade niet bij opzet en roekeloosheid. Het is goed voor werkgevers om zich hiervan bewust te zijn, zeker in deze vakantieperiode, waarin vele werknemers de leaseauto privé gebruiken om op reis gaan.
Diefstal tijdens privégebruik
In de zaak waarin de Hoge Raad zich uitsprak, probeerde de werkgever de schade door diefstal van een leaseauto op haar werknemer te verhalen. Die had de sleutel van de leaseauto aan een sleutelbos in het slot van de voordeur van de woning van een vriend laten zitten, terwijl de (dure) auto enkele meters verderop stond. De auto werd gestolen tijdens privégebruik, buiten werktijd. Het privégebruik was goedgekeurd, tegen een maandelijkse vergoeding. De leasemaatschappij bracht de schade bij werkgever in rekening omdat er volgens haar sprake was van grove nalatigheid van de werknemer. De door werkgever met de leasemaatschappij afgesloten verzekering dekte geen schade aan de leaseauto, veroorzaakt door opzet, grove schuld of roekeloosheid, of onzorgvuldig handelen.
De werkgever klopte bij de werknemer aan voor de schade en deed een beroep op de leaseovereenkomst. Hierin stond onder meer dat de werknemer aansprakelijk is voor schade als gevolg van schuld, opzet of grove roekeloosheid en dat de schade zal worden verhaald door inhouding op het salaris.
Wel nalatig, geen schade vergoeden
De werknemer stelde dat hij niet aansprakelijk is voor de schade. Vastgesteld werd dat de werknemer niet opzettelijk of bewust roekeloos had gehandeld, nu hij zich er niet van bewust was geweest dat hij de sleutelbos in het slot van de woning had laten zitten en geen rekening had hoeven houden met de consequenties die daaruit voortvloeiden. Wel was hij nalatig geweest. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de werknemer de schade niet aan de werkgever hoefde te vergoeden. De Hoge Raad voegt daar nog aan toe dat dit anders ligt, als de werkgever de werknemer laat kiezen tussen aan de ene kant een volledige verzekering en aan de andere kant een beperkte verzekering met de mogelijkheid van verhaal van de werkgever op de werknemer voor niet-gedekte schade. De meerkosten voor een volledige verzekering kunnen dan eventueel bij de werknemer in rekening worden gebracht.
In deze zaak was vooral belangrijk dat:
- De verzekering ongebruikelijk is en dat bij de gebruikelijke verzekering de schade wel zou zijn gedekt;
- De werknemer in wezen geen keuze had gehad (welke verzekering werd afgesloten), hem werd de standaardregeling voorgelegd die zijn werkgever met de leasemaatschappij had voor alle leaseauto’s van het bedrijf;
- De werknemer niet bewust hoefde te zijn van het risico dat hij liep, onder meer dat hij bij diefstal tijdens privégebruik aansprakelijk was voor het volledige schadebedrag;
- Dat dit een niet acceptabel risico vormt, nu het privégebruik is overeengekomen en werknemer daarvoor een bijdrage betaalt, te meer omdat het risico dat werknemer liep, voor hem ook niet verzekerbaar is.
Dat maakte dat in dit geval de onverzekerde schade niet op de werknemer kon worden afgewenteld, ook al was dat vooraf schriftelijk in de leaseregeling opgenomen.
Meer weten?
Neem contact op met een van onze specialisten of bel meteen op +31(0) 205 210 130.