De Wet goed verhuurderschap: welke veranderingen zijn doorgevoerd?
Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap (hierna: Wgv) in werking getreden. De wet bevat voorschriften voor verhuurders van reguliere woonruimte, verhuurders van verblijfsruimte voor arbeidsmigranten en verhuurbemiddelaars. Het doel van de wet is om ongewenste verhuurpraktijken te voorkomen en woningzoekenden, arbeidsmigranten en huurders te beschermen. Lees verder of luister de podcast voor een verdieping op dit onderwerp.
Goed verhuurderschap
De nieuwe wet legt uit wat onder ‘goed verhuurderschap’ wordt verstaan. De Wgv stelt zeven punten centraal waar alle verhuurders, verhuurbemiddelaars en woningcorporaties in Nederland aan moeten voldoen.
- Allereerst, dient de verhuurder zich te onthouden van iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid. Daartoe dient de verhuurder een heldere en transparante selectieprocedure te hanteren. Bij het openbaar aanbieden van woon- of verblijfsruimte dient de verhuurder objectieve selectiecriteria te gebruiken en te communiceren. Ook moet de verhuurder zijn beslissing voor de gekozen huurder motiveren aan de afgewezen kandidaten.
- De verhuurder moet zich onthouden van iedere vorm van intimidatie. Gepoogd wordt te voorkomen dat verhuurders te hoge huurprijzen hanteren, dreigen met het niet verlengen van een tijdelijke huurovereenkomst of de waarborgsom ten onrechte niet terugbetalen.
- De waarborgsom mag niet meer bedragen dan twee keer de kale huurprijs. In beginsel is de verhuurder gehouden deze waarborgsom binnen veertien dagen na het eindigen van de huurovereenkomst aan de huurder terug te betalen.
- De huurovereenkomst dient schriftelijk te worden vastgelegd, zodat verhuurders niet onder het wettelijke huurbeschermingsregime kunnen uitkomen.
- De verhuurder dient eveneens bepaalde informatie aan de huurder schriftelijk te verstrekken, waaronder de rechten en plichten van de huurder ten aanzien van het gehuurde en de contactgegevens van een contactpunt waar de huurder terecht kan bij zaken die het gehuurde aangaan.
- De verhuurder mag alleen servicekosten in rekening brengen die in overeenstemming zijn met de wettelijke regels daaromtrent. Dit om te voorkomen dat verhuurders servicekosten als verdienmodel gebruiken.
- De verhuurbemiddelaar mag geen dubbele bemiddelingskosten in rekening brengen bij huurders. Op dit moment geldt hiervoor al een verbod, maar hier komt bij dat gemeenten nu ook de mogelijkheid hebben om hier actief op te handhaven.
Verhuurvergunning
Gemeenten krijgen onder de Wgv verschillende mogelijkheden om handhavend tegen verhuurders op te treden. Zo kunnen gemeenten een verhuurvergunning instellen. Via een verhuurverordening kan een gemeente deze vergunningplicht invoeren. Een vergunningplicht kan alleen ingevoerd worden voor een gebied waar dit noodzakelijk is ter bescherming van de huurder of voor het behoud van de leefbaarheid. Verhuurders dienen vóór verhuur een vergunning aan te vragen en bij bestaande huurovereenkomsten hebben zij zes maanden om de vergunning alsnog aan te vragen.
Last onder dwangsom of bestuurlijke boete
Naast de mogelijkheid tot het instellen van een verhuurvergunning, biedt de Wgv gemeenten nog een andere vergaande handhavingsbevoegdheid. De gemeente kan bij overtreding van de Wgv door de verhuurder een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen. Bij een eerste overtreding van de wet kan een boete tot € 22.500 worden opgelegd. Bij een herhaalde overtreding binnen vier jaar na de eerste overtreding kan deze boete oplopen tot € 90.000. Een derde overtreding binnen drie jaar kan resulteren in de verplichting voor de verhuurder om de woning over te dragen aan het college van Burgemeester en Wethouders.
Meldpunt
Daarnaast dient iedere gemeente een meldpunt ongewenst verhuurdersgedrag in te richten. Voor 1 januari 2024 dienen gemeenten het meldpunt operationeel te hebben. Dit meldpunt stelt huurders op een laagdrempelige manier in staat om een klacht in te dienen over ongewenst gedrag van hun verhuurder. Daarmee vormt het meldpunt een cruciale pijler voor de handhaving van gemeenten.
Overgangsregeling
De Wgv versterkt enerzijds de positie van de huurder en brengt anderzijds veel verplichtingen met zich mee voor verhuurders. Echter is het zo dat de meeste regels van de Wgv slechts gelden voor huurovereenkomsten die na de datum van inwerkingtreding van de wet worden gesloten. Voor de verplichting tot het schriftelijk verstrekken van informatie aan huurders geldt daarentegen dat deze niet alleen voor nieuwe huurovereenkomsten van toepassing is, maar ook voor bestaande overeenkomsten. Verhuurders moeten voor 1 juli 2024 alle huurders deze informatie verstrekken. Er geldt dus een overgangsregeling van één jaar.
Vragen?
Heeft u vragen over het opstellen danwel aanpassen van huurovereenkomsten of andere vraagstukken aangaande het huurrecht? Contact dan een van onze advocaten via de mail, telefonisch of vul het contactformulier in voor een vrijblijvend eerste gesprek. Wij denken graag met u mee.