COVID-19 Spoedwet en het vaststellen van de jaarrekening
De Spoedwet (Wet Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19) heeft vooral ten doel om veel ondernemingen en overheden niet gedeeltelijk dan wel volledig te verlammen door de maatregelen ter bestrijding van COVID-19.
Spoedwet nog geldig
Artikel 35 lid 3 Spoedwet bepaalt dat deze wet vervalt op 1 september 2020. Het tijdstip waarop deze wet vervalt kan bij Koninklijk Besluit op een ander moment bepaald worden. Dit kan echter alleen wanneer dit tijdstip uiterlijk twee maanden na het tijdstip ligt waarop de Spoedwet zou vervallen. Deze wet is op de voet van artikel 35 Spoedwet meerdere malen verlengd en kan mogelijk tot 1 augustus 2022 verlengd worden aangezien de laatste verlenging (bij schrijven van dit artikel) verlopen is op 1 juni 2022, hetgeen de Spoedwet nog een actueel onderwerp maakt.
Digitale deelname Aandeelhoudersvergadering
Zo kan op grond van de Spoedwet een Aandeelhoudersvergadering digitaal plaatsvinden. Een bestuurder kan dan bijvoorbeeld een of meerdere aandeelhouders fysieke aanwezigheid bij een algemene vergadering van aandeelhouders weigeren. Dit is echter enkel een mogelijkheid mits deelname via de elektronische weg een optie is.
Bestuur gaat over uitstel opmaken jaarrekening
Jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar der vennootschap, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, dient het bestuur een jaarrekening op te maken en deze voor de aandeelhouders ter inzage te leggen ten kantore van de vennootschap.
De Spoedwet bepaalt dat het bestuur de termijn om de jaarrekening vast te stellen met vijf maanden kan verlengen. Er is dan daarvoor geen toestemming van de aandeelhouders voor vereist.
Belang van een (tijdige) jaarrekening
Het vaststellen van de jaarrekening is belangrijk voor de aandeelhouders en derden die de financiële gezondheid van de vennootschap onderzoeken. Uit de jaarrekening kan bijvoorbeeld geconcludeerd worden dat de vennootschap in financieel noodweer verkeert of juist floreert. Ook aandeelhouders zien middels de jaarrekening hoe de bestuurders de vennootschap leiden. Aan de vaststelling van de jaarrekening zit dan ook een termijn verbonden, waarbij niet naleven van deze termijn bij faillissement van de vennootschap kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. Het niet naleven van artikel 2:210 jo. 2:394 BW brengt namelijk conform artikel 2:248 BW het wettelijke onweerlegbaar bewijsvermoeden dat het bestuur haar taak onbehoorlijk heeft vervuld en het weerlegbaar bewijsvermoeden dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Het is dan aan het bestuur om te bewijzen dat zij haar taak niet onbehoorlijk heeft vervuld.
Deze bevoegdheid is bij het bestuur neergelegd in het kader van de maatregelen tegen COVID-19. Dit brengt dus ook met zich mee dat het bestuur de financiële gezondheid van de vennootschap (tenminste met) vijf maanden kan ‘achterhouden’ wanneer deze ongunstig zijn. Deze verlenging moet wel verleend zijn binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar. Artikel 16 Spoedwet heeft voor bestuurders de deur opengezet om de cijfers nog niet te publiceren wanneer deze negatief zijn. Dit geeft het bestuur namelijk meer tijd om de cijfers eventueel nog positiever te beïnvloeden. Er zijn ook geen verdere voorwaarden verbonden aan deze eenzijdige verlenging van de termijn.
Negatieve gevolgen van het uitstellen van de jaarrekening
Het toekennen van deze bevoegdheid aan het bestuur kan dus dubieus lijken. Het zonder (een redelijke) opgave van redenen uitstellen van de vaststelling van de jaarrekening kan namelijk voor aandeelhouders een negatieve impact hebben op de waarde van hun aandelen. Ook kunnen derden afzien van een samenwerking met de vennootschap of in ieder geval hiervan afzien totdat de jaarrekening wel vastgesteld is, wat wederom de aandeelhouders maar ook de vennootschap zelf raakt. Voor aandeelhouders is het dus belangrijk om de vaststelling van de jaarrekening in de gaten te houden. Wanneer er geen redelijke beweegredenen zijn om de vaststelling uit te stellen vraagt dit alertheid jegens het bestuur.