Bestuurdersaansprakelijkheid kan ook de crisismanager treffen.
In het bedrijfsleven kan het voorkomen dat een onderneming op een gegeven moment in zwaar weer terechtkomt. Een faillissement ligt dan op de loer. Soms kiezen de aandeelhouders van de onderneming er in zo’n situatie voor om een crisismanager aan te stellen, een bestuurder die wordt ingezet als ‘last resort’ om een noodlijdende onderneming te redden.
Een crisismanager wordt meestal aangesteld als statutair bestuurder, zo krijgt hij of zij direct de teugels in handen. Aan het aantreden als bestuurder zitten echter aanzienlijke risico’s. In deze blog behandel ik een recent arrest waaruit dit blijkt.
Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement
In Nederland kennen we het begrip bestuurdersaansprakelijkheid waarbij een bestuurder in privé kan worden aangesproken voor schulden van de onderneming. Als de bestuurlijke wantoestanden leiden tot een faillissement van de onderneming dan heeft de curator bijvoorbeeld de mogelijkheid om zich te verhalen op de bestuurders middels artikel 2:248 BW. Lees hier meer over bestuursaansprakelijkheid in het algemeen.
Om bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW aan te nemen, moet de kennelijke onbehoorlijke taakvervulling wel een belangrijke oorzaak zijn geweest van het faillissement. Daarom zou je als crisismanager misschien verwachten dat je de dans ontspringt, je staat immers meestal maar kort aan het roer van een onderneming en bij je aantreden zijn er al ernstige problemen.
Bestuurdersaansprakelijkheid; ook voor crisismanagers
Een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 februari 2019 toont echter aan dat geen bestuurder immuun is, hoe kort de betrokkenheid ook is geweest. Ook wordt duidelijk dat voor het verplicht deponeren van de jaarstukken geldt; ‘beter laat dan nooit’.
In deze zaak speelt een feitencomplex waarbij de aangesproken bestuurder in maart 2011, drie maanden voor het faillissement van de onderneming, door de eigenaar was aangesteld als crisismanager en statutair bestuurder.
Jaarstukken gedeponeerd?
Bij aansprakelijkheidsstelling door de curator op grond van artikel 2:248 BW is een bijzondere bewijsregel relevant. Als de jaarstukken niet op tijd worden gedeponeerd wordt onbehoorlijk bestuur automatisch bewezen geacht en wordt aangenomen dat het onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is geweest in het faillissement, tenzij men dit kan weerleggen.
De voorganger van deze crisismanager had niet de verplichte financiële jaarstukken gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Ook de crisismanager heeft dit niet alsnog gedaan toen hij bestuurder van de vennootschap was. Hierdoor was het zicht op de financiële situatie van de onderneming voor haar schuldeisers beperkt en trad de nadelige bewijsregel in werking.
Zelf besturen of liever adviseren?
Ook in deze casus was het niet aanleveren van de jaarstukken de basis voor de veroordeling door de rechter en het hof. Een essentiële les voor crisismanagers is dus in dezen dat het alsnog deponeren van de jaarstukken een absolute prioriteit moet zijn na het aantreden, anders word je mogelijk aansprakelijk gehouden voor het geheel van het tekort in het faillissement.
Het is zelfs nog maar de vraag of je bestuurder zou moeten willen worden van een vennootschap als de jaarstukken te laat zijn gedeponeerd, het is namelijk onduidelijk of en tot wanneer de termijnoverschrijding nog te repareren valt. Wellicht is het in een dergelijk geval dus veiliger om het huidige bestuur te voorzien van begeleiding en advies dan om zelf te gaan besturen.
Bent u een crisismanager en wil je meer weten over bestuursaansprakelijkheid?
Gaat het slecht met uw vennootschap, of bent u crisismanager van beroep en vraagt u zich af hoe u de aansprakelijkheidsrisico’s van het aannemen van een bepaalde klus kunt afwenden? Bel ons dan meteen voor een gratis en vrijblijvende kennismaking en een van onze gespecialiseerde advocaten staat u graag te woord!