Aansprakelijkheid stichting derdengelden en advocaat
Op 31 augustus 2020 schreven wij al over de derdengeldrekening van de advocaat. Dat hieromtrent ook geschillen kunnen ontstaan laat een arrest van de Hoge Raad van 19 juni 2020 zien. Zoals in het vorige artikel al besproken, zijn advocaten op grond van de voor hen geldende beroepsregels verplicht voor het ontvangen van zogeheten derdengelden gebruik te maken van een derdengeldrekening die ten naam staat van een Stichting Derdengelden. De volgende zaak laat zien dat de advocaat adequaat dient om te gaan met derdengelden en dat het geld op de derdenrekening van een advocatenkantoor veilig is voor verhaal van derden. Ook komt de aansprakelijkheid van de curator aan bod.
De zaak: advocaat adviseert gelden te stallen op zijn derdengeldrekening in strijd met afspraak bank
F is de moedervennootschap van G. De groep waaruit F en G deel van uitmaken raakte in financieel zwaar weer. Dit leidde ertoe dat voor F stille bewindvoering van toepassing werd verklaard. Hierbij is een advocaat (als beoogd curator) aangesteld tot stil bewindvoerder van F.
Bij de beëindiging van een huurovereenkomst zou de nieuwe huurder aan G € 363.000,- betalen. F heeft de advocaat gevraagd hoe, met deze binnenkomende betaling in het zicht van een mogelijk faillissement van G, om te gaan. De advocaat heeft toen geadviseerd het bedrag te laten betalen op de derdengeldrekening van het kantoor van de advocaat, hetgeen is gebeurd.
Op grond van een geldleningsovereenkomst tussen G en de bank hadden deze gelden naar de rekening die G bij de bank hield moeten worden overgemaakt. De advocaat, die inmiddels was aangesteld als curator in het faillissement van F, verzocht de stichting derdengelden om het bedrag te betalen op de faillissementsrekening van G. De stichting heeft vervolgens aan dit verzoek voldaan.
De bank stelde de advocaat en de stichting derdengelden hoofdelijk aansprakelijk tot betaling van € 363.000,- aan de bank.
Het gerechtshof oordeelde dat de advocaat, door het bedrag niet over te maken naar de bank, het bedrag heeft weggeleid. Daardoor is de positie van de bank gefrustreerd en is onzorgvuldig en onrechtmatig jegens de bank gehandeld. Ook de stichting derdengelden is volgens het gerechtshof aansprakelijk omdat zij, kort gezegd, heeft meegewerkt aan het omleiden van de betaling.
De Hoge Raad wijst de veroordeling van de stichting derdengelden echter af. De Hoge Raad oordeelt dat een stichting derdengelden slechts aansprakelijk is indien de stichting in de gegeven omstandigheden, bijvoorbeeld door de betaalomschrijving of het ontbreken daarvan, redelijkerwijs moest twijfelen of het binnengekomen bedrag wel kan worden aangemerkt als derdengelden (ECLI:HR:2020:1078).
De Hoge Raad oordeelt dat in deze zaak geen feiten of omstandigheden zijn gesteld waaruit dat volgt. De hoofdelijke veroordeling van de stichting derdengelden wordt derhalve afgewezen. Alleen de advocaat wordt veroordeeld tot betaling van € 363.000,- aan de Rabobank.
Verhaal op derdengeldrekening mogelijk?
Echter, als de Stichting wel aansprakelijkheid zou zijn, zouden de derdengelden van rechthebbenden, zoals cliënten van het advocatenkantoor, niet voor verhaal op de Stichting vatbaar zijn. Dit omdat het saldo niet toe komt aan de Stichting. Het vorderingsrecht ter zake van dat saldo behoort toe aan de gezamenlijke rechthebbenden, waarbij het aandeel van iedere rechthebbende wordt berekend naar evenredigheid van het bedrag dat te zijnen behoeve op de rekening is gestort. Kortom, ook bij aansprakelijkheid van de Stichting zouden de derdengelden van de overige rechthebbenden, zoals cliënten van het advocatenkantoor, niet voor verhaal van die vordering op de Stichting vatbaar zijn.
Heeft u vragen over derdengelden, de stichting derdengelden of aansprakelijkheid van advocaten of curatoren? Neemt gerust contact op met een van onze specialisten.